BulkBoek BesteKorteVerhalen (dit is een pilot)
J.M.A. Biesheuvel
Lees voor 🔊
[Je verwacht het niet, in een kerkdienst in een Nederlands provinciestadje; dat een brave ouderling opspringt en in vervoering onverstaanbare klanken uitstoot. Dan spreekt God Zelf. Gelukkig is er dan altijd een vertaler aanwezig.]

   
J.M.A. Biesheuvel (1939-2020)
   Spreken in tongen


Ik was een paar weken geleden met mijn vrouw enige dagen weg uit de Randstad. Wij logeerden bij een professor, een oude kennis van mij. Hij is nog jong, pas vijfendertig, en twee jaar geleden heeft hij zijn vrouw opgeduikeld. Hij geeft college in de stad Groningen en ze wonen op het platteland, vlak bij de zeedijk, heel idyllisch in een boerderij en zijn erg gelukkig met elkaar. De boerderij staat onder aan de dijk en op stormachtige nachten hoor je hoe de zeegolven de dijk beuken. De plek is van God en alleman verlaten en het is een verrukking om daar te wandelen. Bij helder weer zie je in de verte de Waddeneilanden liggen. Op een avond hadden we uitgebreid gegeten. Jannie, zo heet de vrouw van mijn vriend, had heerlijk gekookt. Vooral de Irish coffee voor toe smaakte lekker. We gingen in de luie stoelen zitten en Peter, de hoogleraar, zei: 'Zo, nou is het echt tijd voor een sterk verhaal.' De wind ging buiten flink tekeer en de open haard brandde. Ik begon over de tijd dat ik op olietankers had gevaren, we kregen het langzaamaan over het milieu, over politiek en over godsdienst. Peter had nooit iets geloofd en Eva, mijn vrouw, ook niet. Maar Jannie was bij de Pinkstergemeente geweest. Wat ik van het geloof dacht wisten we allemaal, ook hoe ik er vanaf was geraakt, maar van Jannie wisten we niets op dit gebied. 'Dat moet je toch eens vertellen,' zei Peter, 'ik weet zeker dat Eva en Maarten het leuk zullen vinden om te horen wat jouw ervaringen bij de Pinkstergemeente zijn geweest.' Jannie bloosde: ze zegt niet zoveel en is bepaald niet gewend om over intieme dingen te praten, om aan anderen dan haar man iets op te biechten. 'Misschien later op de avond,' zei ze, 'het is nu nog zo vroeg.' Er kwam een goede fles whisky op tafel en binnen een uur hadden we die met zijn vieren leeggedronken. Omdat er toen geen whisky meer was, begonnen we aan de cognac. Het werd een vrolijk innemen en op een gegeven moment zaten Peter en ik elkaar weer verhalen te vertellen. Ik had het over de stormen die ik op zee had meegemaakt en Peter vertelde over de manier waarop hij zijn proefschrift nagenoeg geheel had overgeschreven uit een oude Indiase dissertatie, zonder dat het zijn promotor en de andere leden van de promotiecommissie was opgevallen. Daarna kregen we het over de kwaliteit van het bestaan bij geestelijk achtergebleven mensen en krankzinnigen. Het liep tegen twaalven en buiten begon het steeds harder te waaien. Wij lasten een gesprekspauze in om de golven tegen de dijk te kunnen horen slaan. Het begon te regenen ook. Een zware bui ontlastte zich en er kwam flink onweer. 'Geen tijd om op zee te zijn,' dacht ik, wat ben ik blij dat ik hier warm en droog zit achter mijn glaasje, achter mijn in salami gerolde asperge en de stukjes kaas met gember, achter mijn cognac, met een vriend en twee aardige vrouwen in mijn nabijheid.' De boerenklok sloeg luid tingelend twaalf uur en wij waren allemaal moe. 'Zullen we nu maar niet naar bed gaan?' vroeg Eva, 'want straks als de cognac op is beginnen we aan de jenever en daarna aan de Berenburger en zo zitten we hier morgen tegen zessen nog. Maarten moet morgenochtend studeren.' 'En jij moet je college voorbereiden,' zei Jannie tegen Peter. 'Dat kan overmorgen ook nog,' antwoordde Peter, 'na ons de zondvloed, laten we het er nu eens gezellig van nemen.' Toen begon hij een anekdote te vertellen waarin iemand van het Koninklijk Huis betrokken was. Het verhaal was zo frivool dat ik me schaam om het hier te herhalen. Bovendien is het bij verhalen over hoogstaande personen vaak moeilijk om verzinsel van waarheid te onderscheiden. 'Foei toch Peter,' zei Jannie toen het verhaal was afgelopen en ze voegde eraantoe: 'Mijn man is weliswaar hoogleraar maar hij zal nooit volwassen worden.' 'Nu is het tijd voor jouw verhaal, Jannie,' lachte Peter. 'Welk verhaal?' vroeg ze verlegen. 'Het verhaal over het spreken in tongen,' zei hij, 'daar zul je Eva en Maarten een groot plezier mee doen.' Aanvankelijk sputterde Jannie tegen. Ze ging koffiezetten en toen we allemaal achter een dampende mok vol met het nuchter makende bruine vocht zaten, keek Peter zijn vrouw weer aan. Hij maakte bepaalde gebaren naar haar. Hij fronste zijn wenkbrauwen en zat met zijn handen in haar richting te zwaaien. Hij trok zelfs aan zijn tong.
   'Ik  ben heel gelukkig geweest als kind, 'begon Jannie toen aarzelend. 'Mijn vader en moeder waren lid van de Pinkstergemeente en iedere zondag gingen we twee keer naar de kerk. In de Pinkstergemeente gaat alles, geloof ik, net zoals in de katholieke of in de hervormde Kerk. Alleen preekt de voorganger veel vuriger over het genot van de hemel en de ellende die ons op aarde te wachten staat. Soms lijkt hij de Verlosser zelf wel, soms preekt hij zo ontroerend dat de tranen je in de ogen springen. Tijdens zijn preek last hij af en toe een pauze in. Dat gaat heel natuurlijk. Hij zegt bijvoorbeeld: "Toen heeft God onze Vader Zijn eniggeboren Zoon naar de wereld gestuurd om voor ons aan het kruis te hangen. "Dan geeft een ouderling een kreun en springt midden in de kerk. Op dat moment zwijgt de voorganger op zijn preekstoel. "Achwami!" roept de ouderling, die op een verhoginkje is gaan staan. "Ik geloof dat de geest waardig is geworden over ouderling Pelkman," zegt de voorganger, "laten wij met grote aandacht luisteren naar wat hij te zeggen heeft." Op dat moment komt de ouderling pas goed los en schreeuwt door de kerk: "Ballamiere, dostojozwenieje prachmatoej! Iesoes zallekoem prabenum. Mundus solvendira prachmata sjach et kakemento prastos. Iesos trafol gefalle, halleluja!" Het schuim staat tegen die tijd de ouderling op de lippen. Hij gaat op zijn verhoginkje zitten en zegt tegen een jongetje dat naast hem in de banken zit: "Ik kan niet meer, geef me een pepermuntje, vlug!" Dan springt een andere ouderling uit zijn bank en gaat door de kerk hollen. "Gemeenteleden!" roept hij uit, "kinderen van één Vader, oh wij deelhebbers aan het grote heil, ik heb verstaan wat ouderling Pelkman heeft gezegd en ik zal het voor u vertalen: 'De Verlosser is gekomen en alle droefenis zal van ons afvallen. Hij zal ons reinigen van de zonde en in de hemel zullen we eens melk en honing drinken, zolang wij ons maar aan de geboden van God houden, halleluja!"' Dat was voor mij altijd een heerlijk moment,' zei Jannie, 'en iedere zondag ging het anders toe. Iedere zondag preekte er een andere ouderling in tongen, en soms waren er twee ouderlingen tegelijk die uitleg wilden geven. De honderden mensen in de kerk raakten opgewonden en na afloop van de dienst trokken wij, geestelijke liederen zingend, naar huis. "Het leek vandaag op Russisch,'' zei mijn vader dan, "looft den Heer." Thuis dronken we koffie en 's nachts vroeg ik me af of ik ooit ook in tongen zou kunnen spreken. "Het is maar een enkeling gegeven," zei mijn vader, "vaak kunnen de voorgangers zelf niet eens in tongen spreken en het gesprokene ook niet vertalen. Je moet geheel opgaan in de heerlijkheid des Heeren, een duif de Heilige Geest gelijk moet je worden." Twintig jaar lang ben ik erg gelukkig geweest. Toen ik vierentwintig jaar werd, zouden we met de gemeente een buitendag houden. De voltallige gemeentes uit Rotterdam, Den Haag, Gouda en Amsterdam zouden in een monstertent vergaderen, op een gewone donderdag, aan de voet van de piramide van Austerlitz. Het was een zakelijke bijeenkomst. Er werd veel over geld en de nieuwe organisatie van onze Kerk gesproken. Op een gegeven moment kreeg ouderling Pelkman ruzie met meneer Ter Vreeze, die over het geld in onze kerk ging. Het was beschamend om mee te maken. De ruzie ging gewoon over de soort nieuwe collectezakjes in Den Haag en of de voordeur van de kerk zwart of groen moest worden geverfd. Het was nu helemaal geen heilige stemming meer. De geest der mildgestemden was ver te zoeken. Het werd nagenoeg stil in de tent. Alle aanwezigen zwegen en luisterden bedroefd naar het geruzie van de twee broeders uit Den Haag. "Wat een schande:' zei mijn vader, "dat het net leden van onze gemeente moeten zijn." Toen ineens begon er een ouderling uit Amsterdam door de tent te rennen. "Achwataballa!" riep hij uit, "gnoerstikom Pelkman passejewietsj huichsjaTer Vreeze patom, etiem djelo snatsietjelno objechtsjajetsje, halleluja." "Het is net  Arabisch dit keer," zei mijn moeder. Een andere ouderling uit Amsterdam sprong op een verhoging en sprak met luide stem: "Gode zij dank kan ik verstaan wat ouderling Ruisblad heeft gesproken. Hij zegt namelijk dat ouderling Pelkman gelijk heeft en niet meneer Ter Vreeze. Aldus spreekt namelijk God: 'De collectezakjes blijven gewoon in hun oude vorm gehandhaafd en de voordeur van de kerk der Haagse gemeente wordt groen geverfd."' De ruzie was meteen bijgelegd, maar ik was mijn geloof kwijt: ik kon me niet voorstellen dat God ouderlingen voor zulke dagelijkse en makkelijk oplosbare problemen in tongen zou laten spreken. Ik zag in dat ik me twintig jaar had laten beduvelen. Ik lachte bij mezelf: "Achwataballa,"en verliet de tent. Tegen mijn ouders zei ik dat ik misselijk was. Ik nam de trein naar Den Haag en ben in Scheveningen aan het strand gaan liggen. Nooit ben ik meer naar een dienst van de Pinkstergemeente geweest. Zozeer ben ik geschrokken dat ik vanaf die tijd bij geen enkele groepering meer heb willen horen.'
   Wij lachten smakelijk. 'Toch doet zoiets pijn; zei Jannie droevig, 'ze hebben me jarenlang blij gemaakt met een dood vogeltje. 'We dronken nog een kop koffie en toen doken we in bed. Nog een kwartier luisterde ik naar de storm die de pannen op het dak deed rammelen. Ik overdacht de woorden van die avond en viel door drank bevangen in slaap...


Voorgelezen door Marc Klein Essink, voor UitgelezenVerhalen.nl

#AnnoDeTwintigsteEeuw
#Categorie1NederlandseSchrijvers
#Lesniveau***4*

J.M.A. Biesheuvel
Lees voor 🔊
De mooiste verhalen uit Nederland en de wereld op je tablet, telefoon of notebook. Met dank aan de Nederlandse Taalunie.