BulkBoek BesteKorteVerhalen (dit is een pilot)
Lévi Weemoedt
Lees voor 🔊
     Lévi Weemoedt
     Zondagskind

'Ben je blij?' vroeg de man, binnenkijkend in het kamertje waar zijn zevenjarig zoontje met zijn trein stond te spelen. 'Heb je een fijne jeugd?'
   'Nee!' zei het ventje zonder om te zien.
   'Goed zo.' De man in de deuropening knikte goedkeurend. 'Houwen zo. Niks meer aan doen. Een slechte jeugd is het halve werk.' Hij keek een tijdje stilzwijgend toe, vertederd door het frêle ronde ruggetje voor zich. Toen wees hij op de rondrijdende grijs-met-gele locomotief die juist voorbij het stationnetje kwam.    'Loopt hij nog vaak uit de rails?'
   'Heel de tijd,' zei het jongetje. Zijn ogen volgden het locomotiefje nauwlettend, zijn handje hield hij aan de blauwe transformator.
   'Ja, zo gaat dat, 'zei de man. 'En zo hoort het ook. Het moet niet goed gaan. Voorspoed is voor de dommen. Daar komt niks van terecht.' Hij deed een stapje naar voren, keek het overvolle kamertje rond, dat door de schuine wanden en het spits toelopende dak alles had van een tent, een knusse jongensshelter.
   'Wat heb je toch een ongezellig kamertje,', zei hij.
   'Ja, niks aan, hè?' zei het jongetje boven het gesnor van de trein uit.
   Nu keek de man naar het stadje dat zijn zoontje op het middenstuk binnen de rails gebouwd had. Het was een nostalgisch allegaartje van vakwerkhuisjes uit romantische Duitse bergdorpje, winkeltjes, een stationnetje, een pleintje met een standbeeld van Napoleon op een steigerend paard en een ruïne. Hij zag autootjes waar op de plaats van de uitlaat watjes geplakt waren bij wijze van rookpluimpjes in de koude winterlucht. Hij zag een kerkje waar juist een bruidspaartje uitstapte, richting trouwauto. De bruid had een ouderwets boeketje in de samengevouwen handjes. De bruidegom droeg een zwarte hoge hoed.
   'Nou, veel plezier!' 
   'Dat zal wel niet.'
   'Maar dat bedoel ik ook.' 
   'O ja.'
   'Ik maak even wat brood klaar. Dan kunnen we eten. Tot zo!'
   'Tot zo.'
   'Ik hou niet van je!' 
   'Ik ook niet van jou.'
   ‘Fijn!’

Na het eten zaten ze nog even samen aan de rafel. Toen keek de man op de klok en liep naar het kleine televisietoestel. Drukte het in.
   'O nee hè,' zei het jongetje. 'Studio Sport!'
   'Even maar,' zei de man verontschuldigend. 'Het duurt niet lang, alleen voetbal. Ik zet het niet hard, ik kan ook niet tegen sportstemmen...'
   'Waarom kijk je dan?'
   'Ach, jij kijkt ook wel eens ergens naar. Jij kijkt naar dierenfilms, ik kijk naar voetbal. Iedere gek z'n gebrek '
   'Maar ik ga naar boven!' zei zijn zoontje gedecideerd. En stond al op.
   'Ja,' zei de man afwezig, al in beslaggenomen door de eerste wedstrijdbeelden. 'Ja, doe maar. Speel nog maar even, ik kom zó bij je.'

Drie kwartier later was hij boven. 'Het is tijd, jochie.' 'Nou al!'
   'Ja,' zei de man. 'Toenden patsen. Ik bedoel: ratsen poenden, allee! Goed je handen en je gezicht wassen en dan hopla!, in de koffer!'
   'On de kiffer', zei het jongetje na enig nadenken.
   'Precies. Als je maar opschiet. Het is al laat.'
   'Jáájaa,' zei het blonde kereltje tegensputterend. Maar hij begon toch zittend op de rand van het bed zijn schoenen en sokken uit te trekken. 'Mag ik nog even lezen straks?'
   'Vijf minuten dan', gaf de man toe. 'Morgen kan je nog de hele dag lezen. Op school. Rékenen, daar gaat het om. Lezen is slecht voor je ogen. Maar rekenen leren ze je tegenwoordig niet meer …’
   'Já hoor', knikte het jongetje alsof hij een oud en afgedraaid verhaal hoorde. Ondertussen kleedde hij zich verder uit, liep naar de wastafel in het halletje, waste zijn handen, zijn gezichtje en poetste zijn tanden. De man zat te wachten op de rand van het bed.
   'Nog plassen?' vroeg hij toen het ranke figuurtje van zijn zoontje weer voor hem stond. 'Het zwaardere werk misschien?'
   Het jongetje leek even te persen, met benauwd gezicht. 'Ik hoef geloof ik niet...'
   'Jammer,' zei de man. 'Pis, poep en schijt, het blijft de mooiste tijd.'
   'Mág je niet zeggen!' zei het ventje verontwaardigd.
   'Nee hè. Laten we dan maar snel gaan zingen, misschien heeft niemand het dan gehoord'.
   Hij hield de dekens open en het jongetje kroop in het holletje, terwijl hij al zijn knuffelbeestjes om zich heen schikte, ieder op zijn voorgeschreven plaats. Ze zongen de vaste slaapliedjes, zes stuks die in de loop der jaren standaard geworden waren. Het laatste zong de man grotendeels alleen omdat het Engels was en het jongetje alleen bepaalde regels kende. 'O Trinity of love and power/ Our brethren shield in danger's hour/ From rock and tempest, fire and foe / Protect them wheresoe'er they go /O hear us when we cry to thee / For those in peril on the sea.'
   'Weet je, pap,', zei het jongetje toen ze uitgezongen waren. Hij kwam overeind en sloeg zijn armpjes om de opgetrokken knieën.
   'Oeh, wacht even', zei de man. 'We zijn héél je pyjama vergeten. Als mamma dat zag...' Hij liep naar een hoek van het kamertje waar een klein Mickey Mouse koffertje stond, pakte daar een geel pyjamaatje uit.
   'Weet je pap,' zei zijn zoontje opnieuw, maat dit maal minder bloot en liggend op het kussen.
   'Nou?'
   'Op zondag vervéél ik me altijd zo.'
   'O Ja?'
   'Ja. Ik vind de zondag een heel vervelende dag.'
   'Hm', zei de man. En peinzend, meer tegen zichzelf dan tegen zijn zoontje, zei hij: 'Ik ken dat wel. Zaterdag is een vrije dag. Zondag is de wachtkamer van de maandag.' 
   'Wat is dat?'
   'Zo'n kamertje bij de dokter, je weet wel. Waar je moet wachten tot je naar binnen mag. Dan komt er zo'n stem uit de muur ' De man kneep zijn neus dicht: 'Mevrouw Snijders!'
  'Jaja.'
   'Ik denk dat je de zondag niet leuk vindt omdat je morgen weer naar school moet. Vroeger was de zondag wél leuk, toen je nog niet naar school hoefde '
   'Ja', zei het mannetje. Zijn ogen kregen iets starends.
   'Vroeger was het wél leuk  '
   'Toen ìk jong was,' zei de man, plotseling harder pratend, 'moesten we op zaterdagmorgen óók naar school.'
   'Gadfer!' zei het jongetje en lichtte zijn hoofdje op van het kussen. 'Als ik 's zaterdags ook naar school moest had ik helemáál geen tijd om te spelen'.
   Hij keek in paniek naar de tafel met de trein.
   'Maar: hoe minder je vrij hebt,' zei de man, 'hoe minder je je verveelt. Zo moet je het óók bekijken. Maar vandáág heb je toch wel aardig gespeeld?'
   Hij klonk een beetje bezorgd.
   'Nee,' zei zijn zoontje. Maar hij lachte.
   'Ach,' zei de man, van het bed opstaand, 'het is ook allemaal niks, dat gespeel. Flauwekul toch?' Hij knikte in de richting van het stadje met het stationnetje aan de spoorbaan. 'Zo'n trein die maar steeds uit de rails loopt '
   'Die wagonnetjes die maar steeds loslaten', vulde het jongetje aan.
   'Die auto's die maar de hele tijd rook uitblazen  '
   'Eh...' Het jongetje moest even nadenken. 'Dat paard dat maar de hele tijd steigert...'
   'Die mensen die maar op dat stationnetje staan en nooit instappen...
   'Eh...die mensen die maar steeds uit de kerk komen om te trouwen...
   De man schrok. Keek onderzoekend naar het gezichtje op het kussen. Maar dat wachtte gewoon tot hij weer wat zei. 'Die locomotief die maar steeds...'
   Maar die had hij al gehad.
   'Nou kom,' kapte hij af. 'We gaan slapen.' Hij boog zich voorover en gaf een kus. Hij deed het grote licht uit en knipte de aardbol aan op het boekenkastje achter het bed. Op de drempel zei hij: 'Nou, prettige nachtmerrie!'
   'Ja, slaap slecht!' antwoordde het jongetje. 'Tenminste, over héél veel duizend uur!'
   'O nee hoor,' protesteerde de man. 'Zó laat maak ik het niet. Ik lees nog wat en dan ga ik óók.'
   'Lezen is slecht voor je ogen!', klonk het achter hem toen hij op het halletje was.
   'Dat is waar. Nou, dan ga ik me maar wat zitten vervelen beneden.'
   'Je mag wel met mijn trein spelen, hoor!' Aan het vallen van de speelgoeddiertjes hoorde de man dat er iemand alweer enthousiast overeind kwam.
   'Dank je lieverd. Volgende keer graag. Nou slápen, hoor...Onwelterustenl'
   Het bleef even nadenkend stil van de andere kant. Maar toen riep een stemmetje: 'Niet tot morgen!'
   De man hoorde het halverwege de trap. En bedacht plotseling hoe waar dat was.

Uit: Een vergeetbaar man
Voorgelezen door Ali Cifteci voor UitgelezenVerhalen.nl


#AnnoDeTwintigsteEeuw
#Categorie1NederlandseSchrijvers
#Lesniveau**3**

Lévi Weemoedt
Lees voor 🔊
De mooiste verhalen uit Nederland en de wereld op je tablet, telefoon of notebook. Met dank aan de Nederlandse Taalunie.