[Een heel kort verhaal met álle ingrediënten van een spannende thriller; geheime dienst, omkoping, moordopdracht en cover up binnen vijf minuten. Klasse!]
Rodaan Al Galidi (1971)
Rodaan Al Galidi (1971)
Arabische Thriller
Die avond wist Nahi Iaffar precies wanneer ze zouden komen om hem te vermoorden, zoals altijd. Hij wist ook wie de moord zou plegen, op welk tijdstip en welke kleren hij zou dragen. Het enige wat hij niet wist was welke crimineel ze deze keer uit de gevangenis zouden laten ontsnappen, zodat ze die van de moord konden beschuldigen. Nahi had zijn vrouw en drie kinderen die dag naar zijn familie gestuurd. Dat ook zijn hond het met de dood zou moeten bekopen, omdat het hem dit keer niet was gelukt voor zijn leven te betalen, vond hij onnodig, dus die had hij aan een vriend meegegeven. Alarm slaan was niet meer nodig, want het script lag al klaar en Nahi wist precies wat hem te wachten stond.
Nahi zat achter de deur en dacht aan zijn broer Rami. 'Die gierige stommeling!' siste hij. Deze keer had Nahi geen cashgeld gehad om zijn leven te kunnen kopen, daarom had hij het hoofd van de geheime dienst zijn auto willen aanbieden, maar Rami had hem ervan overtuigd dat het beter was de auto te verkopen omdat de helft van de waarde van de auto al voldoende was. Hij zei dat hij de auto voor hem zou verkopen, en was zo lang op zoek naar de hoogste bieder dat het hoofd van de geheime dienst boos werd, en de rechercheur beval om hem te doden. De twee agenten hadden hem die dag meegedeeld dat ze vanavond langs zouden komen.
Stom, dacht Nahi. Ik had niet naar Rami moeten luisteren en gewoon de auto moeten weggeven ... Nu was het te laat. Zijn broer was naarstig op zoek naar het hoofd van de geheime dienst, met het geld, maar hij kon hem niet bereiken.
Om tien over twaalf stak de rechercheur de sleutel in het slot en kwam binnen, gevolgd door de assistent en twee agenten. Tussen hen in liep Abd, geboeid in kettingen.
'Dit is onze laatste ontmoeting', zei de rechercheur. Hij klopte Nahi op zijn schouders. 'Onze laatste ontmoeting. Elke keer wist je je net op tijd vrij te kopen, maar nu niet. Waarom toch niet? In plaats van lekker in bed liggen, moet ik je nu hier afmaken. Sufkop!'
De rechercheur gaf zijn assistent de opdracht boven te kijken. 'Morgenochtend om acht uur zal op het nieuws worden bekendgemaakt dat je bent vermoord, en dat de dader Abd zich hier heeft opgehangen:
'Ik zweer op de grote God dat ik niet ontsnapt ben uit de gevangenis!' zei Abd, en hij sproeide speeksel rond in de kamer terwijl hij sprak. 'Kijk, ik ben geboeid en sta tussen twee agenten. Ik zweer dat ik hem niet heb gedood.’ Hij wees met twee handen naar Nahi Iaffar,
'Hou je kop, klootzak', zei de rechercheur.
De rechercheur ging naar boven om te kijken wat de assistent aan het doen was en of die niet iets waardevols had gevonden en het onder zijn kleren wilde verbergen. Abd keek Nahi smekend aan en kwam, zonder dat de agenten het merkten, steeds een stapje dichterbij. Toen hij dicht genoeg genaderd was, fluisterde hij.’ 'Ze zeggen dat ik je moordenaar ben, maar dat is echt niet waar. Ik zweer het. Die daarboven, de God die alles ziet en hoort, en alles weet, weet ook dat ik je niet heb gedood. Ik zat in de gevangenis voor diefstal, ik ben geen moordenaar.’
'Ik geloof je', zei Nahi.
'Kun je dan getuige zijn, alsjeblieft?'
'Ik ben er nu getuige van dat je me niet gedood hebt, maar als ik straks een lijk ben, is het wat lastig om te getuigen. En helaas getuigt het lijk niet van wat het weet, maar van wat anderen erover weten:
'Ze hebben een pluk haar afgeknipt en lieten mij een mes vasthouden', zei Abd.
'Dus ze zullen mij doden met een mes.’
'Ze gaven me een touw en lieten me een strop maken', zei Abd trillend.
Toen de rechercheur en zijn assistent weer naar beneden kwamen, ging zijn telefoon. De rechercheur nam op.
'Ja. Ja, meneer.’ Daarna liep hij naar Nahi. 'Verdomde geluksvogel. Het is weer niet je laatste keer.’
Nahi haalde diep adem en viel opgelucht neer in een stoel.
'Mag ik dan gaan, meneer?' vroeg Abd.
'Waarom?'
'Onderweg hiernaartoe hoorde ik op de radio dat ik was ontsnapt.’
'Stommeling. Straks klinkt op de radio dat je weer bent opgepakt.’
De rechercheur liep naar buiten.
'Koop jezelf de volgende keer iets eerder vrij, ja?' riep hij nog. Nahi hoorde Abd, die met rinkelende kettingen tussen de twee agenten werd meegevoerd, nog schreeuwen: 'Het lijk ontsnapt aan de dood, maar de moordenaar mag niet eens ontsnappen uit de gevangenis?'