BulkBoek BesteKorteVerhalen (dit is een pilot)
Said El Haji
Lees voor 🔊
     Said El Haji
     De ongeschreven code

Een klasgenote van zes was een keer na schooltijd met mij mee naar huis gegaan. Ik woonde nog maar net in Nederland. Die ene keer zag mijn vader iets wat niet mocht bestaan, en wel dit: dat ik op mijn rug lag terwijl zij schrijlings op mij zat paardje te rijden. Hij tilde haar van mij af en zei dat ze beter naar huis kon gaan. Het was de eerste en laatste keer dat een meisje speciaal voor mij bij ons over de vloer kwam. Zoals een kind veel van wat hem overkomt als vanzelfsprekend ziet zolang er niet over gesproken wordt, vond ik het als zesjarige volkomen vanzelfsprekend dat ik geen meisjes mee naar huis mocht nemen.
   Dankzij de regels die bij ons thuis golden, vooral tijdens het televisiekijken, leerde ik jaren later beetje bij beetje waarom het meisje uit mijn klas niet meer welkom was geweest: omdat ze een bedreiging vormde voor de puriteinse normen van mijn ouders, en dan vooral voor die van mijn vader. We mochten bijvoorbeeld niet naar The Cosby Show kijken. Daarin draaide meneer Cosby op een onbeschaamde wijze met zijn ogen als hij iets van zijn vrouw wilde en dat hoorde niet. Married with Children was uit den boze, want daarin gingen de vrouwen gekleed in strakke jurkjes en dat getuigde van een liederlijk leven. 
   Muziekprogramma’s zoals TopPop of Countdown keken we alleen als vader van huis was. Wat we wel mochten kijken, waren spelshows, actiefilms en sport. Dan was er nog iets wat ertussenin zat: de rariteitenshows van de World Wrestling Federation. Van Hulk Hogan tot Ricky ‘the dragon’ Steamboat, van Jack ‘the snake’ Roberts tot Randy ‘macho king’ Savage, we kenden ze allemaal en we geloofden er heilig in. Hoe ontroerd waren we, als de monsterworstelaar ‘Kamala’ (James Harris) ten tonele verscheen en ons broertje, de jongste van de El Haji’s, begon te huilen van angst. Ja, Kamala was eng. Maar niemand zapte weg. In dit universum van krachtpatsers en geweldenaars heerste per definitie de man. Vrouwelijke eigenschappen als kwetsbaarheid en verleidelijkheid bestonden zo goed als niet. 
   Het had lang geduurd voor wij televisie kregen. En toen we eindelijk zo’n ding hadden, was het nooit echt ontspannen kijken. Wie de afstandsbediening in handen nam, laadde de verantwoordelijkheid op zich om alert te zijn. De kunst was om snel en onopvallend te zappen, want het mocht niet zo zijn dat de andere gezinsleden beschaamd hun blik moesten afwenden terwijl jij voor je uit zat te staren. ‘Wij zijn moslims, geen dieren,’ zei vader dan, om meteen daarop een even uitgekiende als suggestieve Hadith over de profeet Mohammed aan te halen, waarin die zou hebben gezegd dat het voor niet-verwante mannen en vrouwen verboden is elkaar zelfs maar de hand te schudden. Overigens schudde hij niet-islamitische vrouwen gewoon de hand. Soms wilde het gebeuren dat iemand vergeten was dat hij de afstandsbediening in bezit had, of er per ongeluk op was gaan zitten. Dan wisten we letterlijk en figuurlijk niet waar we het zoeken moesten. De een beet op zijn nagels of keek omstandig om zich heen, de ander verliet zogenaamd op zijn dooie gemak de kamer.
   Deze mores stonden haaks op die van buiten. Daar hoorde ik Marokkaanse jongens opscheppen over hun avontuurtjes in de Geleenstraat, de hoerenbuurt van Den Haag. Seksuele ervaringen werden uitgewisseld. Dat er kleintjes meeluisterden, deerde niet iedereen. 
   Ze hadden nooit een vriendin, die grote jongens. Seks was het enige wat mannen en vrouwen ‘hadden’. Het verschil tussen oneerbare en eerbare vrouwen lag vooral hierin, dat je de eerste moeiteloos kon neuken en de laatste eerst moest verwennen met cadeautjes.
   Ik kon mijn geluk niet op toen ik de mogelijkheid kreeg een meisje te zoenen. Ze was tien, net als ik. En Marokkaans, net als ik. We vonden het een smerige bedoening. Om de haverklap onderbraken we het zoenen om uit het raam te spugen, zo vies waren we van elkaars speeksel. Na het spugen gingen we weer verder. Ik mocht op haar liggen, maar ik mocht niet aan haar zitten. Probeerde ik dat toch, dan zei ze: ‘Niet doen, ik ben geen hoer!’ Na het experimentele minnespel bleven we lang naast elkaar zitten, in stilte. We deden alsof we getrouwd waren. Zo overtuigde zij zich ervan dat ze een eerbaar meisje was, en voelde ik mij een hele vent omdat zij mijn eerbare meisje was.
   De puberteit brak aan. Een meisje hoefde maar naar me te glimlachen of ik wist zeker dat ze verkering met me wilde. Ik dacht dan meteen aan seks. Voor het slapen gaan fantaseerde ik nog lang. Jongens uit mijn klas vonden dat ik oversekst was. Ik gaf hen volmondig gelijk en vond het maar raar dat zij dat niet waren. 
   Er was ook toen een meisje. Ik zag haar liever dan alle meisjes bij elkaar. Ze had borsten. Ze was ook stoer en gemakkelijk aanspreekbaar. Koortsachtige fantasieën kreeg ik. Ik droomde dat ze van mij alleen was en ging erin geloven dat zij mij ook wilde. Totdat ze me een keer een Snickers zag eten. Ze zei, waar iedereen bij was, dat ik beter geen chocola kon eten. ‘Waarom niet?’ vroeg ik. In de overtuiging dat alle ogen op mij gericht waren, hield ik mij zo groot en zo goed als ik kon. Ze vroeg of ik mijzelf weleens in de spiegel had bekeken, wijzend naar de puisten op mijn gezicht. Ik verschrompelde. Te meer omdat niemand, zelfs mijn beste vriend niet, het voor me opnam. 
   Was het dan gewoon dat een meisje op zo’n respectloze wijze een jongen bejegende? Waarom voelde ik mij verraden en vernederd? Nee, snappen deed ik het niet en ik peinsde er niet over aan andere Marokkanen te vragen hoe het nou zat. De Marokkanen die ik kende, lieten zich nooit kennen. In stilte wachtte ik tot mijn sombere gedachten over die botte Hollanders vanzelf weggingen. 
   Vele malen zwoer ik verliefdheid op Nederlandse meisjes en vriendschap met Nederlanders af. Maar keer op keer won de fascinatie het van de trots. Hoe verraden en vernederd ik mij ook voelde, mijn fascinatie voor hoe Nederlandse jongens met meisjes omgingen bleef. Ze waren vrijer, vriendelijker, minder gecompliceerd. Ze wisten meestal ook heel goed dat ze een meisje echt leuk vonden, terwijl ik nooit zeker wist of ik een meisje nou leuk vond om haar persoon of gewoon omdat zij een meisje was. Er moest een manier zijn om met meisjes om te gaan zoals zij dat deden, dus zonder seksuele bijbedoelingen. Maar hoe zou ik ooit van die bijbedoelingen afkomen? Tegen de prijs van hoeveel − eenzame − vernederingen? 
   Tijdens een vakantie naar Marokko nam een bekende mij mee naar steden als Tanger, Fes en Meknes. Ik leerde mijn geboorteland voor het eerst kennen. In het mondaine Ifran zag ik Marokkaanse stelletjes hand in hand over straat lopen. Was Ifran dan niet islamitisch? Of was de islam die ik van huis uit had meegekregen een andere? Ook maakte ik voor het eerst in mijn leven mee hoe het is om zelf begeerd te worden, en dat dat erg plezierig is. Op straat wierpen studentes steelse blikken naar me of bleven staan om iets vleiends te zeggen. Zoiets was mij in Nederland, waar de meeste Marokkaanse meisjes preuts en wereldvreemd waren, nooit overkomen. Ik leefde op van zo veel aandacht en werd overmoedig. Op drukke promenades tikte ik vrouwen zomaar op hun achterste en verdween dan ongezien in de menigte. 
   Mijn vakantie kon niet meer stuk toen ik in Meknes werd voorgesteld aan een groepje oudere Marokkanen uit Nederland. Criminelen waren het, behorend tot een wereld waarvan mij altijd was verteld dat ik mij er verre van diende te houden. Maar ze waren vriendelijk, tof in de omgang en heel zorgzaam. In ruil voor geld of het slaan van een waterbron deelden zij in de oogst van kifboeren uit het Rifgebergte. Toen ze begrepen dat ik zeventien was en nog maagd, boden ze aan een man van me te maken. 
   Ze namen me mee naar een chique club, waar ik vanwege mijn leeftijd eigenlijk niet in mocht, maar dankzij het geld van mijn ‘vrienden’ wel. 
   Die nacht zou ik ontmaagd worden. Ze zei dat ze drieëntwintig jaar was − en ongesteld. Zelf zei ik dat ik eenentwintig jaar was − en zeer bedreven in de minnekunst. 
   Helaas, mijn totale gebrek aan ervaring botste hard op haar totale gebrek aan zin. De enige vingers die ze uitstak, gebruikte ze om een sigaret aan te steken. Ooit geloofde ik dat vrouwen die roken hoeren waren. Ik bleef ten slotte achter met een gedeukt ego en de overtuiging dat het mijn eigen schuld was. Ik had het nooit met een hoer moeten doen. Ergens knaagde ook de angstige vraag of ik misschien homoseksueel was. 
   De volgende ochtend werd ik door mijn ‘vrienden’ gefêteerd op een luxe ontbijt. Ze waren apetrots dat ze hun steentje hadden mogen bijdragen aan mijn inwijding. Ik zweeg over mijn debacle. Ik zweeg over de knagende onzekerheid die ik eraan over had gehouden. Al speelde de religie in dit criminele gezelschap van levensgenieters geen rol, er was nog altijd die oeroude en ongeschreven code van mannelijk eergevoel. Die was het die mij het spreken over deze pijnlijke ervaring belette. Die mijn persoonlijke omgang met Nederlanders soms zo verwarrend en moeizaam had gemaakt. Die mijn vader al dan niet bewust via religieuze weg had geprobeerd te bezweren, maar die zich tijdens het televisiekijken had gemanifesteerd in zijn onverbloemde voorkeur voor machismo, actie en geweld. Ik was mijn Marokkaanse ‘vrienden’ evenwel dankbaar. Ik voelde dat dit het echte leven moest zijn. Geen seconde verwonderde ik me erover dat dit leven zo radicaal gescheiden was van dat van mijn ouders. Zij leefden in een zeepbel en het getuigde van respect om ze daarin te laten. 
   Soms vroeg ik mij af of ik God ooit weer zou vrezen. Zoals ik weleens bij Marokkaanse jongens zag gebeuren die, na een losbandig en stiekem dubbelleven te hebben geleid, de eigen aanvechtingen ineens gingen verachten. Die met dezelfde overgave waarmee ze zich tevoren aan de wereld hadden gelaafd, ertoe overgingen om de wereld af te wijzen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het mij inderdaad bijna overkwam. 


#AnnoDeTwintigsteEeuw
#Categorie1NederlandseSchrijvers
#Lesniveau**3**

Said El Haji
Lees voor 🔊
De mooiste verhalen uit Nederland en de wereld op je tablet, telefoon of notebook. Met dank aan de Nederlandse Taalunie.