Sjeherazade

     Het verhaal van de druppel honing 

Er was eens een jager die in de woestijn op wilde dieren jaagde. Op een dag ging hij een grot in een berg binnen en trof daar een kuil aan die met bijenhoning gevuld was. Hij schepte wat van de honing in zijn waterzak, legde die over zijn schouder en ging ermee naar de stad. Hij werd vergezeld door een jachthond die hem erg dierbaar was. 

De jager begaf zich naar de winkel van een oliekoopman en bood hem de honing aan. De eigenaar van de winkel kocht de honing en maakte de zak open om hem leeg te gieten en de honing te bekijken. Daarbij viel er een druppel honing op de grond, waar ogenblikkelijk een vogel op afkwam. De oliekoopman had een kat, die bovenop de vogel sprong. Toen de jachthond dat zag, besprong hij de kat en beet hem dood. De oliekoopman stortte zich op de hond en doodde hem, waarop de jager de oliekoopman doodsloeg. De oliekoopman kwam uit het ene dorp, en de jager uit een ander dorp en toen de dorpelingen hoorden wat er gebeurd was, grepen ze hun wapens en uitrusting en trokken woedend tegen elkaar ten strijde. De twee partijen troffen elkaar en het zwaard rustte niet voordat er een groot aantal van hen was omgekomen, alleen God weet hoeveel.