Heere Heeresma
Rust is alles
Emma is momenteel op zolder en dat is een prettig idee. De kinderen zijn er ook en dat schenkt eveneens rust. Soms dreunt hun gebons tot hier door maar het klinkt gedempt, wollig zelfs zou ik bijna zeggen en die drukke bewegingen van ze zijn nu tenminste door plafond en vloeren aan mijn oog onttrokken.
Wel weet ik precies wanneer Emma even niet op hen let. Dan suizen er allerlei voorwerpen voorbij het open raam naar beneden. Dingetjes, zaken die voor Emma veel waarde hebben. De tuin beneden moet al vol liggen maar het is gelukkig onze tuin niet.
Zodra Emma boven was ben ik ogenblikkelijk naar mevrouw Stoop in de voorkamer gegaan. We zeggen mevrouw omdat ze al zo oud is maar eigenlijk is het gewoon een juffrouw.
Wie zou ook met haar willen trouwen?
Ze was bezig de kleren van de jongens op onze trapnaaimachine te herstellen. Dat deed ze al bij mijn ouders en ik geloof zelfs bij mijn grootouders maar dat weet ik niet zeker. En wie zal het dan zeggen?
'Mevrouw,' zei ik. 'Mevrouw, wilt u ogenblikkelijk ophouden!'
Ze keek wel verschrikt maar haar voet in d'r antieke oudedameslaars hield tenminste op met die mij altijd wee stemmende knikbeweging te maken.
'Ik wil u niet verontrusten,' zei ik, 'maar blijft u zo zitten tot ik terug ben.'
Ik deed de deur op slot en belde in de gang een transportonderneming en hing tijdig genoeg op om te voorkomen dat juffrouw Stoop tegen de deur zou gaan bonzen. Had ze het al bij me bespeurd of, misschien, allang zien aankomen?
'Luister eens, mevrouw,' zei ik terwijl ik haar dwong op de divan te gaan zitten. 'U heeft werkelijk van mij niets te vrezen, wanneer u zich maar rustig houdt.'
En ja hoor, ze probeerde te gaan huilen maar ik voorkwam dat door haar er aan te herinneren hoe correct ik mij altijd tegenover haar had gedragen. Ik ging zelfs zo ver haar te bekennen ongeneeslijk verliefd op haar te zijn maar dit tot nu toe verborgen te hebben gehouden om haar niet in opspraak te brengen. In mijn ijver en ook wel omdat mijn verhaal me zélf meesleepte, zoende ik haar maar dat was verkeerd. Ik moest op laatst wel een kussen, de poef naast de divan, op haar gezicht drukken. Na een poosje werd het kalm daaronder en durfde ik haar alleen op de divan achter te laten om de deur voor de transportonderneming open te doen.
Het was een kleine, onbestemde man in een soort gabardineachtige werkjas maar wel geweldig sterk. In één keer omvaamde hij de naaimachine met zijn toch loodzware gietijzeren onderstel en trapmechanisme, en droeg deze zonder zuchten naar beneden. Ook het tillen van juffrouw Stoop gaf geen problemen. Ze bewoog zich tenminste niet toen de man haar in het toch al behoorlijk versleten karpet rolde.
Alles is nu gedaan. Emma zal zo wel naar beneden komen met de kinderen. Het plafond zit vol fijne barstjes.